Stappenplan.

 

1. Lees eerst de hele opdracht door. 

 

2. Maak een taakverdeling. Wie gaat wat doen, wie gaat achter de computer,

    wie gaat de boeken bekijken.

    Wie gaat het verhaal schrijven. Doen jullie dat met z’ n tweeën of een persoon?

 

3. Jullie hebben een onderwerp uitgezocht, stel minimaal 8 vragen op,

     waar jullie antwoord op willen hebben

 

4. Zoek informatie op over de onderwerpen die jullie gekregen hebben.

    Selecteer minimaal 6 en maximaal 9 bronnen van internetsites en

    zoek ook voldoende informatie uit de boeken die er zijn.

    Print datgene uit, wat jullie van belang vinden.

    Of kijk bijvoorbeeld samen een filmpje over WO2 via you tube, schooltv etc.

    Denk goed na over de boeken die voor jullie handig kunnen zijn.

    Haal de belangrijke informatie eruit. Denk ook na over de krantenberichten, foto’s en

    ervaringen van mensen over de Tweede Wereldoorlog. 

 

5. Nadat jullie de informatie verzameld hebben, gaan jullie de  informatie selecteren.

    Wat vinden jullie belangrijk en wat willen jullie in het verslag hebben.

 

6. Nadat jullie de informatie geselecteerd hebben, gaan jullie in jullie

    eigen woorden opschrijven wat er is gebeurd.

    Gebruik nooit woorden die je niet kent.

    Vraag naar de betekenis of zoek ze op in een woordenboek.

     Schrijf niet alles achter elkaar.

     Verzin een kopje/titel wat je er boven kunt zetten.

 

7. In het verslag moet in ieder geval het volgende komen te staan:

          a. Foto’s met daaronder een stukje tekst, wat te zien is op de foto.

          b. In eigen woorden schrijven jullie op wat er gebeurd is. (Geen letterlijke teksten!)

              Maak er ook geen vraag- en antwoordverslag van!!

          c. Verhalen/ooggetuigen verslagen van mensen die WO 2 meegemaakt hebben.

          d. Zoek (oude historische of actuele) krantenberichten op, die van belang kunnen zijn

              voor jullie verslag.

          e. Eventueel wereldkaarten, waarop te zien is, welke landen in oorlog waren

              met Duitsland, etc.

          f. Eventueel spotprenten. (Spotprenten zijn afbeeldingen waarin mensen of

             gebeurtenissen belachelijk gemaakt worden.)

          g. Eventueel kunnen jullie gebruik maken van filmpjes over de Tweede Wereldoorlog

            (Die kunnen jullie dan laten zien wanneer jullie vertellen over jullie verslag.)

          h. Eventueel een interview met iemand die de Tweede Wereldoorlog

              meegemaakt heeft.  

             Stel hier vragen voor op.

 

8. Zet het verslag in elkaar.

 

9. Bedenk hoe jullie het verslag aan de rest van de klas willen vertellen.    

    Maak een korte spreekbeurt van ongeveer 3 a 5 minuten.